Financiële foto
Financieel overzicht 2025 - 2028
Hieronder treft u de financiële foto aan van deze begroting. Opvallend zijn de begrotingssaldi over de jaren 2026 tot en met 2028. De mutaties worden hieronder toegelicht.
Toelichting
In de tabel wordt het geprognosticeerde begrotingssaldo 2025-2028 weergegeven. De begroting laat voor het jaar 2025 een positief saldo zien. De jaren 2026 tot en met 2028 laten een structureel negatief saldo zien. Dit baart zorgen over de structurele financiële situatie. Hierbij wordt opgemerkt dat in onderstaande financiële foto de verhoogde bijdrage Veiligheidsregio, extra middelen sociaal domein vanwege verwachte tekorten en de tijdelijke huisvestingskosten financieel niet vertaald zijn. Deze zorgen voor een toename van de structurele verliezen in de jaren 2026 tot en met 2028. Daarnaast is onze gemeente ambitieus, staan grote investeringen op stapel. Dit vraagt op dit moment om zorgvuldige afwegingen en terughoudendheid is geboden. Om op lange termijn aan onze financiële verplichtingen te kunnen blijven voldoen, blijven we uiteraard kritisch op onze uitgaven en proberen we onze opbrengsten te optimaliseren.
Toelichting op mutaties na de kaderbrief
Ten tijde van de kaderbrief moesten de loonkosten vanwege nieuwe cao afspraken nog worden doorgerekend. In deze begroting 2025 is de ontwikkeling van de loonkosten doorgerekend. Vanaf 2026 is sprake van lagere loonkosten door een lagere loonindexatie ten opzichte van de eerder vastgestelde meerjarenbegroting 2024-2027. Daarnaast is er sprake van een gehanteerde lagere prijsindexatie ten opzichte van eerdere berekeningen. Dit loopt op tot een voordeel van € 891.000 in 2028.
Bij het opstellen van de begroting 2025 is de volledige verzekeringsportefeuille doorgelicht en zijn premies waar nodig aangepast. Ook zijn de onderhoudsvoorzieningen bij het opstellen van de begroting geactualiseerd. Deze lasten zijn structureel hoger geraamd.
De kapitaallasten worden beïnvloed door nieuw beleid en actualisatie van investeringen via begrotingswijzigingen, het doorschuiven van investeringen naar een later tijdstip en het afsluiten van investeringskredieten bij vaststelling van de jaarrekening. De voordelen in kapitaallasten tot en met 2027 ontstaan vooral doordat investeringskredieten zijn verschoven in de tijd.
Bij de kaderbrief heeft u besloten om nieuwe incidentele uitgaven vanaf 2026 te dekken uit reserves. Ten tijde van het opstellen van deze begroting zijn deze incidentele uitgaven ook voor 2025 ten laste van de vrije algemene reserve gebracht. Dit levert in 2025 een voordeel op van € 688.000.
Op basis van een doorrekening in de begroting 2025 van de OZB-opbrengsten (gebaseerd op de cumulatieve extra OZB-indexeringen en de groei van Best), worden extra opbrengsten verwacht ten opzichte van de Kaderbrief 2025.
Op basis de begroting 2025 zijn alle geraamde baten en lasten beoordeeld en uitgezet in de tijd. Deze vernieuwde liquiditeitspositie zorgt voor hogere rentebaten.
Toelichting op mutaties 1e begrotingswijziging 2025
Effecten van de septembercirculaire 2024
Op 17 september 2024 is het Prinsjesdag geweest. Hierbij zijn de Miljoenennota en de Rijksbegroting gepresenteerd. In deze stukken staan de plannen voor het komende jaar en hoe deze bekostigd worden. Vervolgens worden de gevolgen voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds berekend. In de septembercirculaire 2024 is een nieuwe raming voor het accres 2025 en verder opgenomen. Het volume accres vanaf 2025 is voor alle jaren lager dan in de meicirculaire 2024. Voor 2025 is het LPO accres omhoog bijgesteld.
Onder de taakmutaties is het terugdraaien van het besparingsverlies jeugd én vergoeding voor indexatie Wmo opgenomen. Het kabinet Rutte IV had besloten om te besparen op jeugdzorg. In de septembercirculaire 2024 is deze besparing met ingang van 2026 komen te vervallen. Dit betekent een toevoeging aan de algemene uitkering van € 679.000 in 2026 en jaarlijkse toevoeging van ruim € 700.000 vanaf 2027. Naar verwachting zal in de toekomst een deel van de Wmo niet langer via de algemene uitkering gaan, maar via een aparte financiering. Vooruitlopend hierop ontvangen gemeenten een vergoeding voor Wmo indexatie en vergrijzing. Voor gemeente Best bedraagt deze vergoeding € 100.000 in 2026 en jaarlijks oplopend tot € 400.000 in 2028.
Onder de mutaties decentralisatie- en integratie-uitkering is onder andere een decentralisatie-uitkering Openbare bibliotheken opgenomen. Na 2024 zal een wettelijke zorgplicht voor gemeenten worden ingevoerd ten aanzien van de openbare bibliotheek. Voor het uitvoeren van deze taak zullen gemeenten een structurele bijdrage via het gemeentefonds ontvangen. In de periode tussen de specifieke uitkering en de invoering van de wettelijke zorgplicht ontvangen de gemeenten een decentralisatie-uitkering, om zich op de periode van de zorgplicht te kunnen voorbereiden. Voor Best bedraagt deze uitkering voor zowel 2025 als 2026 € 100.000.
Overige mutaties
De overige mutaties betreffen met name incidentele mutaties. Het betreft budget in 2025 ten behoeve van duurzaamheid, samenwerking Best-Oirschot en extra budget voor projectassistent. Vanwege een positief primair begrotingssaldo 2025 (€ 1.144.000) is de dekking van twee formatieplaatsen ten laste van de risicoreserve sociaal domein komen te vervallen en komen deze budgetten in 2025 rechtstreeks ten laste van het begrotingssaldo. Naast deze incidentele mutaties voor 2025 is een structureel budget ten behoeve van een privaatjurist ruimtelijke ordening opgenomen.
Geen structureel sluitende begroting en meerjarenraming
In het 'overzicht incidentele baten en lasten' is een tabel opgenomen waarin alle incidentele baten en lasten worden gecorrigeerd. Uit dit overzicht blijkt dat de primitieve begroting 2025. Echter voor de jaren 2026 tot en met 2028 is er sprake van een niet-structureel sluitend saldo. Het VNG stelt voor niets anders te doen dan realistisch begroten. Gebaseerd op het huidige takenpakket, noodzakelijke investeringen, de inflatie, verschuldigde rente en de ambities uit het coalitieakkoord leidt dit tot tekorten in de meerjarenramingen 2026 tot en met 2028.
Verloop vrije algemene reserve
In onderstaande tabel is het verloop van de vrije algemene reserve grafisch weergegeven over de periode van 2018-2028. De mutaties zijn gebaseerd op besluitvorming door uw raad. Dit betekent dat verwachte jaarresultaten 2024 - 2028 hier nog niet in zijn verwerkt.
De afname in de periode 2019-2021 heeft o.a. te maken met de ontwikkeling van MFA Dijkstraten, afwikkeling minnelijk geschil en de dekking van de Slowlane. In 2022 is een groot bedrag onttrokken als gevolg van actualisatie van de grondexploitaties. In 2023 zijn de saldi van de bestemmingsreserves openbare ruimte toegevoegd aan de vrije algemene reserve. In de bijlage is een nadere specificatie opgenomen van de vrije algemene reserve. Ook verwijzen wij u naar de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.